Page 1 of 1

Sliedrecht: van baggerboeren tot baggerbaronnen

Posted: Sun Jul 28, 2019 3:16 pm
by Dredging360.com
Sliedrecht: van baggerboeren tot baggerbaronnen

Image
Op een stukje van zo'n honderd meter aan de Molendijk in Sliedrecht is een belangrijk deel van de bakermat van de wereldwijde baggerindustrie te vinden: het geboortehuis van Adriaan Volker, zijn latere woonhuis en het huis en kantoor van zijn zoon Leendert.

Adriaan Volker (1827-1903) is één van Nederlands bekendste baggeraars. Het baggerbedrijf dat hij in 1854 opricht, groeit uit tot een bedrijf dat over de hele wereld grote baggerklussen uitvoert. In 1864 bestelt Volker als eerste Nederlandse aannemer door stoom aangedreven emmerbaggermolens in België.

"Adriaan Volker is de eerste die echt gaat ondernemen met die baggermolens", vertelt Bernard Hilgers van het Nationaal Baggermuseum. "Voor die tijd waren emmerbaggermolens eigendom van havens en steden. Hij is daarmee gaan pionieren."

Steeds groter
Na die Belgische baggermolens volgt een aantal Nederlandse molens. "Er kwamen steeds meer molens en werken", zegt Hilgers. Via de Rotterdamse haven gaat het naar andere landen in Europa en uiteindelijk werkt Adriaan Volker in de hele wereld.

In Sliedrecht wordt Volker een belangrijke werkgever. Hilgers: "Hij was als opdrachtgever/aannemer maar ook als baas een belangrijk iemand. Hij kon ervoor zorgen dat heel veel mensen in Sliedrecht werk hadden."

Volker is geboren aan de Molendijk 208 in Sliedrecht. Hij laat jaren later een nieuw huis bouwen aan de overkant van z'n geboortehuis: nummer 181. Zijn zoon Leendert trekt na zijn huwelijk in 1881 in het pand op nummer 208. Later koopt de familie het naastgelegen stuk grond en bouwt er een statig huis waar ook kantoor wordt gehouden.

Dat wordt het woonhuis van Leendert Volker. In het kantoor van Adriaan en Leendert Volker zit achter de lambrisering een grote kluis. In het pand aan de Molendijk 204 is nu het Nationaal Baggermuseum gevestigd. Conservator Bernard Hilgers maakt de dikke deur van de kluis open: "Hier vandaan deelden zowel Adriaan als Leendert de loonzakjes uit, dat ging zo in die tijd".

Juffrouw Toos
In 1973 overlijdt de jongste dochter van Leendert Volker, Antonia Pieternella Volker, ook wel bekend als juffrouw Toos. Het woonhuis wordt dan ter beschikking gesteld aan het Nationaal Baggermuseum. Zo'n museum móet ook wel in Sliedrecht gevestigd zijn. Het dorp dat mede door Adriaan Volker baggerdorp is geworden.

"Adriaan Volker was in zijn tijd wel een man van aanzien. Ook al was hij niet per se zo gekleed. Hij bleef iemand die met beide benen op de grond stond, in de bagger stond", besluit Hilgers.

Sliedrecht kent vele baggerfamilies. Vaders, zonen, broers, neven en zwagers die allemaal in de baggerindustrie werken. Een aantal pensionado's kan het baggeren niet loslaten. Ze werken als vrijwilliger in het Baggermuseum.

Zoals Remco van de Ven, hij heeft er 34 jaar in de baggerindustrie opzitten en dat gaat er niet meer uit: "Het is iets waar je mee begonnen bent en dat blijft je boeien."

Gerrit Boer is onder meer kapitein geweest op een baggerschip: "Ik ben overal geweest. Van Calcutta, Zuid-Amerika, Canada tot aan Australië. Boer heeft samengewerkt met Ron van der Vlies, die vijftig jaar lang in de bagger heeft gezeten.
De drie mannen zijn het erover eens dat er veel veranderd is. Van der Vlies vertelt over een schip waar hij zes jaar op gewerkt heeft. Na jaren is hij weer terug: "Zes jaar had ik op dat ding gezeten; Brazilië, Cuba, Uruguay, Argentinië. Ik kom daar aan boord en er hing een heel andere sfeer. Iedereen heeft nu internet in die hutten. Als je van wacht af ging, zat er niemand aan de bar, iedereen zat in z'n hutje te racen tegen elkaar."

Maanden van huis
In de tijd van Van der Vlies, Van der Ven en Boer is dat wel anders. Maanden zijn ze soms van huis en er zijn weinig mogelijkheden om contact te hebben met het thuisfront. Van der Vlies: "Als je vroeger negen maanden van huis was en je zat negen maanden te racen in je hutje, dan werd je knettergek."

Herinneringen komen boven aan de gezelligheid aan boord, de mannengrappen en de streken. Uren kunnen ze blijven praten, de baggerboeren uit Sliedrecht. Het baggerleven blijft altijd in hun leven: "Voor altijd, dat gaat nooit over", zeggen ze eensgezind.